Bible Text: 1 Korintiërs 14:1-5, 26-33 | Spreker: Mattijs Kattouw | Series: hart

Paulus legt uit in dit tekstgedeelte hoe de gaven werken in de samenkomst: alle aanwezige gelovigen kunnen door God worden ingezet om een lied, openbaring, profetie, etc. door te geven tot opbouw van de gemeente. Het is onder leiding van de Heilige Geest, maar geen chaos.

Paulus geeft een viertal regels aan om het karakter van God te laten zien: Hij is geen God van wanorde.

Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn.
Er mogen 2 tot 3 personen in klanktaal om de beurt spreken en er moet uitleg gezocht worden.
Er mogen 2 tot 3 personen om de beurt profeteren en dan moet de gemeente dit beoordelen.
Wie profeteert, heeft macht over zijn eigen geest. Dit betekent dat de controle niet wordt overgenomen door God van jou.